De invoering van elektronische overheidsdiensten (of "eGovernment") is een van de prioriteiten die zijn ingeschreven in het actieplan eEurope 2005. Het is een essentiële hefboom om efficiëntere en kwalitatief hoogstaande overheidsdiensten te kunnen aanbieden, de wachttijd voor de gebruikers te verminderen, de transparantie te vergroten en de verantwoordelijkheid van de diensten op te trekken.

Om het potentieel van eGovernment ten volle te kunnen benutten, is het belangrijk na te gaan welke hinderpalen er zijn voor een snelle ontwikkeling en terbeschikkingstelling van elektronische overheidsdiensten in de lidstaten en acties voor te stellen om de ontwikkeling ervan te versnellen. Dat is de bedoeling van de hier voorgestelde mededeling van de Commissie.

BESLUIT
Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 september 2003 - De rol van de elektronische overheid (eGovernment) voor de toekomst van Europa [COM(2003) 567 def. - Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].

SAMENVATTING
"eGovernment" wordt gedefinieerd als het gebruik van informatie- en communicatietechnologie (ICT) bij overheidsdiensten in combinatie met organisatorische veranderingen en nieuwe vaardigheden van het personeel. De doelstellingen zijn de openbare diensten te verbeteren, de democratische processen te versterken en het overheidsbeleid te ondersteunen.

HUIDIGE SITUATIE
In alle lidstaten kan er vooruitgang worden opgemerkt bij het aanbieden van overheidsdiensten via elektronische weg. De gemiddelde beschikbaarheid van dergelijke diensten is tussen oktober 2001 en oktober 2002 opgelopen van 45% tot 65%.

Wat de diensten voor de burger betreft, is al gebleken dat "eGovernment" significante effecten heeft op het leven van de burger. De elektronische overheid maakt het niet alleen gemakkelijker informatie bij de overheidsdiensten in te winnen, maar vergemakkelijkt ook aanzienlijk de transacties van de burgers door hun wachttijd in te korten. Bovendien bevordert de elektronische overheid de directe communicatie tussen burgers en beleidsmakers. Dankzij, met name, online-fora, virtuele discussiegroepen en elektronische stemmingen kan de burger zijn mening over beleidskwesties kenbaar maken en rechtstreeks vragen stellen aan de beleidsmakers. Voor diensten voor de burger wordt een portaalsite met één toegang geleidelijk de norm.

Wat de diensten voor de bedrijven betreft, leidt de verbetering van het aanbod van elektronische overheidsdiensten tot een verbetering van de productiviteit en het concurrentievermogen. Dit is een gevolg van de verlaging van zowel de kosten van de openbare dienst zelf als de transactiekosten bij het bedrijf (tijd en werk). Systemen voor elektronische douane-afhandeling en BTW- en belastingsaangifte, bijvoorbeeld, hebben het voordeel dat de procedures sneller lopen en dat de kwaliteit er op vooruit gaat. Bij het geavanceerder maken van online-diensten, zowel wat interactiviteit als wat aanbod van transacties betreft, zijn er meer vorderingen geboekt op het gebied van de zakelijke diensten dan bij diensten voor de burgers.

Wat de diensten van overheid naar overheid betreft, kan eGovernment manieren opleveren om tot een gestructureerde interactie tussen de nationale, regionale en lokale overheden, maar ook de instellingen van de Gemeenschap te komen. De regionale en lokale overheidsinstanties zijn vaak pionier bij het verstrekken van openbare diensten online. Ontwikkeling van eGovernment op regionaal en lokaal niveau heeft bij de Structuurfondsen steeds meer prioriteit gekregen en is nu goed voor ongeveer 30% van de uitgaven voor de informatiemaatschappij in regio's van doelstelling 1 en 20% in regio's van doelstelling 2.

BELEMMERINGEN VOOR DE VERALGEMENING VAN eGOVERNMENT: prioritaire kwesties

De Commissie heeft een aantal aandachtspunten aangegeven waarnaar met voorrang moet worden gekeken om belemmeringen voor een veralgemeende invoering van eGovernment weg te werken.

Toegang voor iedereen

Toegang tot openbare diensten voor iedereen is een conditio sine qua non voor de veralgemening van eGovernment. Dit probleem is des te belangrijker omdat het risico dat een "digitale kloof" ontstaat heel reëel is. In dat verband zijn onderwijs en opleiding van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat de burger voldoende digitale vaardigheden heeft om volledig van de middels de elektronische overheid geboden diensten te kunnen profiteren. "Digitale geletterdheid" is overigens een van de prioriteiten van het eLearning-programma. Om de diensten toegankelijker te maken is een multiplatform-aanpak vereist (toegang tot diensten via een scala van apparatuur, zoals pc, digitale tv, mobiele terminals, publieke internet-toegangspunten, enz.).

Vertrouwen van de gebruikers

Openbare diensten kunnen alleen worden aangeboden in een klimaat waarin voor de gebruikers een toegang in alle veiligheid kan worden gewaarborgd. In die context zijn bescherming van persoonsgegevens en beveiliging van digitale transacties en communicatie primaire aandachtspunten waar een openbare dienst nooit tekort mag schieten. Daarom moet het gebruik van technologie die de privacy bevordert binnen eGovernment worden gestimuleerd, onder andere via de relevante EU-programma's. Meer in het algemeen zijn de beveiliging van netwerken en informatie, de strijd tegen computercriminaliteit () en de bedrijfszekerheid voorwaarden voor een correct functionerende informatiemaatschappij en derhalve cruciale beleidsaspecten binnen de Europese Unie.

Overheidsopdrachten

Overheidsopdrachten zijn een voorbeeld van gebieden waar het gebruik van ICT significante besparingen mogelijk maakt. De traditionele procedures voor overheidsopdrachten zijn complex en arbeidsintensief. Het gebruik van ICT bij overheidsopdrachten kan de efficiëntie opvoeren en de kwaliteit en prijs/kwaliteitsverhouding van aankopen door de overheid verbeteren. Het ontbreken van duidelijke regels in de Gemeenschap is tot op heden een hindernis geweest voor de invoering van elektronische overheidsopdrachten in Europa. Wanneer het nieuwe wetgevingspakket met richtlijnen voor overheidsopdrachten, waarin ook specifieke voorschriften voor elektronische overheidsopdrachten zijn opgenomen, definitief wordt vastgesteld, moet dit een keerpunt zijn voor de verspreiding van elektronische overheidsopdrachten in Europa.

Pan-Europese diensten

Pan-Europese diensten zijn belangrijke instrumenten om de mobiliteit binnen de interne markt en het Europese burgerschap te bevorderen. Er zijn al diverse types pan-Europese diensten opgericht. Enkele daarvan zijn bijvoorbeeld EURES, Europese portaaldienst voor de mobiliteit van werknemers, en PLOTEUS, inzake de mogelijkheden voor onderwijs en opleiding in Europa. De levering van gemeenschappelijke pan-Europese diensten kan echter een gevoelige zaak zijn. Een probleem is bijvoorbeeld de toegankelijkheid van deze diensten. Als zij zijn ontwikkeld uitgaande van alleen de nationale context en traditie van een lidstaat (bijvoorbeeld de taal), kunnen zij voor burgers en bedrijven uit andere lidstaten moeilijk toegankelijk zijn. Het is dan ook belangrijk erover te waken dat de pan-Europese diensten rekening houden met de behoeften van de verschillende lidstaten. Het is ook essentieel dat een echte samenwerking tussen de administraties van de lidstaten tot stand wordt gebracht en dat infrastructuur wordt opgezet die de interoperabiliteit van diensten mogelijk maakt.

Interoperabiliteit

Interoperabiliteit is de manier waarop systemen, informatie en werkmethoden onderling worden gekoppeld. Zo maakt de interoperabiliteit van de informatiesystemen het mogelijk de levering van diensten te organiseren via één loket, ongeacht het aantal verschillende systemen en administraties die erbij betrokken zijn. Bij interoperabiliteit komt het er niet alleen op aan computernetwerken te koppelen, maar ook organisatorische aspecten te behandelen zoals de interactie met partners die wellicht een andere interne organisatie en werkwijze hebben. De oprichting van een pan-Europese "eGovernment" vindt eveneens plaats dankzij afspraken over gemeenschappelijke normen en specificaties. De meeste lidstaten zijn al actief op dit gebied door de vaststelling van nationale "interoperabiliteitskaders voor eGovernment". Dit wordt op Europees niveau aangevuld met de ontwikkeling van het Europees interoperabiliteitskader.

Routekaart

De hier geschetste prioritaire kwesties vormen voor de Commissie de routekaart voor eGovernment. Deze maatregelen moeten echter worden aangevuld met meer horizontale acties.

HORIZONTALE ACTIES

Intensivering van de uitwisseling van beste praktijken

Beste praktijken omvatten technologische, organisatorische, juridische en opleidingsaspecten. Zij vereisen de inzet op lange termijn van alle betrokken hoofdrolspelers. De uitwisseling van ervaring en de overname van beste praktijken kunnen kostenbesparingen opleveren bij de overgang naar invoering op grote schaal. Het is ook een voorbereiding op toekomstige interoperabiliteit en "interworking" tussen overheidsdiensten.

Hefboomeffect van investeringen

Er bestaat een scala van Europese initiatieven en programma's waarin eGovernment aan de orde kan komen. Voorbeelden zijn delen van het zesde kaderprogramma voor onderzoek en het eTEN ()- en het IDA -programma, alsmede investeringen in regionale prioriteiten via de Structuurfondsen. De Commissie merkt op dat deze investeringen op Europees niveau gering zijn in vergelijking met de totale investeringen die in eGovernment zouden moeten worden gedaan.

De totale uitgaven voor ICT in het openbaar bestuur in de EU liggen rond de 30 miljard euro, waarvan een snel groeiend deel (momenteel zo'n 5 miljard euro) wordt besteed aan ICT op het gebied van eGovernment. Bovendien stipt de Commissie aan dat er tegelijk met deze uitgaven voor ICT nog veel meer moet worden geïnvesteerd in organisatie en personeel. Dit betekent dat er in totaal wellicht een investering van enkele tientallen miljarden per jaar nodig zal zijn. Steun op Europees niveau moet dan ook gericht zijn op een maximale hefboomwerking op de veel grotere investeringen van de lidstaten.

GERELATEERDE BESLUITEN
Mededeling van de Commissie van 25 april 2006: Het actieplan i2010 voor de elektronische overheid - Versnelde invoering van de elektronische overheid voor het nut van iedereen [COM(2006) 173 def. - Niet in het Publicatieblad verschenen].

Dit in 2006 goedgekeurde actieplan heeft ten doel de openbare diensten doeltreffender te maken en te moderniseren en beter tegemoet te komen aan de behoeften van de bevolking. Hiertoe worden in het kader van het plan een aantal prioriteiten alsmede een stappenplan voorgesteld teneinde de ontwikkeling van de elektronische overheid in Europa te versnellen. Er zijn vijf prioriteitsgebieden vastgesteld:

- toegang voor iedereen;
- meer efficiëntie;
- elektronische overheidsdiensten met hoge impact;
- het scheppen van belangrijke randvoorwaarden;
- verbetering van de participatie aan de democratische besluitvorming.

Onafhankelijk verslag van 27 juni 2005: "eGovernment in the Member States of the European Union" (GOPA-Cartermill).

Het verslag (EN) is een compilatie van de "landenbladen" die door het Waarnemingscentrum voor de elektronische overheidsdiensten werden voorbereid. In deze "landenbladen" worden voor iedere lidstaat de situatie en de geboekte vooruitgang op het gebied van eGovernment geschetst.

Vijfde jaarlijkse studie over eGovernment

Volgens een in 2005 voor de Commissie uitgevoerde studie zijn meer dan 90% van de aanbieders van overheidsdiensten momenteel aanwezig op het internet en zijn 40% van de basisoverheidsdiensten volledig interactief toegankelijk. Uit deze studie blijkt dus duidelijk dat er aanzienlijke vooruitgang is geboekt bij de uitwerking en terbeschikkingstelling van online-overheidsdiensten in het geheel van de Unie. Voorts is de afstand tussen de nieuwe lidstaten en de lidstaten van de EU-15 op het gebied van de levering van diensten aanzienlijk verkleind en zal die afstand zeer weldra zijn overbrugd. De huidige uitdaging is ervoor te zorgen dat de elektronische overheidsdiensten zo ruim en zo dikwijls mogelijk worden gebruikt zodat de transacties tussen burgers en ondernemingen, enerzijds, en administraties, anderzijds, drastisch worden vergemakkelijkt.

Vierde jaarlijkse studie over eGovernment

Volgens de resultaten van een in januari 2004 gepubliceerde omvangrijke enquête (EN) geven ondernemingen en burgers hogere waarderingscijfers aan overheidsadministraties die ICT benutten bij hun dienstverlening en bij de reorganisatie van hun werk.

Deze grootschalige enquête, die gefinancierd was in het kader van de evaluatie van het eEurope-actieplan, is uitgevoerd in alle lidstaten van de EU op basis van een gemeenschappelijke lijst van twintig basisoverheidsdiensten die overeenkomstig dit actieplan on-line beschikbaar moeten zijn. De enquête omvat 29 diepgaande case-studies inzake "beste praktijken". Men kan onder meer verwijzen naar de aanzienlijke besparingen die in Finland en het Verenigd Koninkrijk zijn bereikt bij de inschrijvingen in het hoger onderwijs.

Volgens de Commissie kunnen de beste resultaten worden verklaard door het feit dat de reorganisatie en het gebruik van ICT in de overheidsadministraties het mogelijk maken de kosten te drukken en de productiviteit te verhogen, een grotere flexibiliteit te bewerkstelligen en de organisatiestructuren te vereenvoudigen. Praktische voordelen voor het publiek en de ondernemingen zijn een vermindering van het aantal bezoeken dat aan de overheidsdiensten moet worden gebracht, een snellere, goedkopere, toegankelijkere en efficiëntere dienstverlening, minder vergissingen, een groter gebruiksgemak en een betere controle door de gebruikers.

Laisser un commentaire

Ce site utilise Akismet pour réduire les indésirables. En savoir plus sur comment les données de vos commentaires sont utilisées.