Om een overheidsopdracht van een bepaalde aard en omvang te kunnen uitvoeren, moet de aannemer aan een aantal voorwaarden voldoen. Indien dit het geval is, krijgt hij een erkenning van de bevoegde regionale minister op advies van de federale erkenningscommissie. Daarbij gaat het enkel om werken, niet om leveringen of diensten. Deze voorwaarden betreffen vooral:
• de technische bekwaamheid;
• de financiële draagkracht;
• de professionele integriteit.
Indien de prijs hoger ligt dan een bepaald drempelbedrag, vormt de erkenning het bewijs dat de aannemer aan deze voorwaarden voldoet. De erkenning geeft aan de aanbestedende overheden het nodige vertrouwen voor een goede en degelijke uitvoering van de werken. De erkenning is, met andere woorden, een kwaliteitslabel. Ze is in principe 5 jaar geldig.
De indeling
De aannemers worden ingedeeld in bepaalde:
• klassen, naargelang de omvang van de werken die zij mogen uitvoeren;
• categorieën en/of ondercategorieën, in functie van de specifieke aard van de werken.
Eenmaal een erkenning in een bepaalde categorie of ondercategorie wordt verleend, mag de overheid erop vertrouwen dat de erkende aannemer technisch bekwaam is om die werken uit te voeren en dat het om een gezond financieel bedrijf gaat.
De rol van de FOD Economie
De FOD Economie beheert het erkenningssysteem van de aannemers. De dienst voor erkenning der aannemers onderzoekt de aanvragen tot erkenning volgens een bepaalde procedure. De FOD Economie verzekert ook het secretariaat van de Commissie voor erkenning der aannemers.
De Commissie voor erkenning der aannemers
Deze commissie geeft advies over:
• alle aanvragen tot erkenning;
•alle herzieningen van een erkenning;
de gelijkwaardigheid van buitenlandse erkenningen;
• alle afwijkingsaanvragen.
Deze commissie onderzoekt ook klachten tegen erkende aannemers en stelt de sancties voor. De commissie bestaat uit 24 leden en is paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van:
• de federale overheid;
• de gewesten;
• de meest representatieve beroepsverenigingen van aannemers;
• de meest representatieve vakorganisaties van arbeiders in de bouwsector.
Ze wordt voorgezeten door een magistraat.
Formulieren nodig om een erkenning aan te vragen: klik hier.
Om de databank van erkende aannemers te raadplegen, klik hier.
Wetgeving
- Koninklijk besluit van 26 september 1991 tot vaststelling van bepaalde toepassingsmaatregelen van de wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken
- Ministerieel besluit van 27 september 1991 betreffende de bij de aanvragen voor een erkenning, een voorlopige erkenning, een overdracht van erkenning of bij de beoordeling van de bewijzen vereist met toepassing van artikel 3, § 1, van de wet van 20 maart 1991, houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken, voor te leggen documenten.(Belgisch Staatsblad van 18/10/1991).
- Ministerieel besluit van 27 september 1991 tot nadere bepaling van de indeling van de werken volgens hun aard in categorieën en ondercategorieën met betrekking tot de erkenning van de aannemers.
- Omzendbrief van 28 maart 2001
- Wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken.
Bent u op zoek naar overheidsopdrachten? Bekijk ons portaal voor overheidsopdrachten om te zien welke aanbestedingen er momenteel lopen.
CATEGORIEËN VAN ALGEMENE AANNEMINGEN ONDERCATEGORIEËN
A. Baggerwerken
A1 Schepen lichten en wrakken opruimen
B. Waterbouwkundige werken
B1 Waterlopen ruimen
C. Wegenbouwkundige werken
C1 Gewone rioleringswerken
C2 Watervoorziening en leidingen leggen
C3 Niet-elektrische verkeerstekens langs verbindingswegen, niet-elektrische veiligheidsinrichtingen, afsluitingen en schermen
C5 Bitumineuze verhardingen en bestrijkingen
C6 Sterkstroom- en telecommunicatiekabels in sleuven leggen, zonder aaneenkoppeling
C7 Horizontale doorpersingen van buizen voor kabels en leidingen
D. Bouwwerken
D1 Ruwbouwwerken en onder kap brengen van gebouwen
D4 Geluids- en warmte-isolatie, lichte scheidingswanden, valse plafonds en blinde vloeren, al dan niet geprefabriceerd
D5 Timmerwerk, houten spanten en trappen
D6 Marmer- en steenhouwerswerk
D7 Smeedwerk
D8 Dakbedekkingen in asfaltproducten (of gelijkaardige) en dichtingswerken
D10 Tegelwerk
D11 Pleister- en raapwerk
D12 Bedekkingen die niet in metaal of asfalt zijn
D13 Verfwerk
D14 Glazenmakerswerk
D15 Parketwerk
D16 Sanitaire installaties en gasverwarmingsinstallaties met individuele toestellen
D17 Centrale verwarming, thermische installaties
D18 Ventilatie, luchtverwarming en airconditioning
D20 Metalen schrijnwerk
D21 Gevels reinigen en opknappen
D22 Metalen dakbedekkingen en zinkwerk
D23 Restauratie door ambachtslieden
D24 Restauratie van monumenten
D25 Muur- en vloerbekledingen met uitzondering van marmer-, parket- en tegelwerk
D29 Vloerdeklagen en bekleding van industriële vloeren
E. Burgerlijke bouwkunde
E1 Moerriolen
E2 Paalfunderingen, dam- en diepwanden
E4 Horizontale doorpersingen van onderdelen van kunstwerken
F. Metaalconstructies
F1 Montage- en demontagewerken (zonder leveringen)
F2 Metalen draagstructuren bouwen
F3 Industrieel schilderwerk
G. Grondwerken
G1 Borings- en sonderingswerken en injecties
G2 Draineerwerken
G3 Beplantingen
G4 Speciale bekledingen voor sportvelden
G5 Afbraakwerken
H. Spoorwerken
H1 Spoorstaven lassen
H2 Stroomdraden plaatsen
K. Mechanische uitrustingen
K1 Uitrustingen van kunstwerken en industriële mechanica
K2 Overladings- en hijstoestellen (kranen, rolbruggen...) installeren
K3 Oleomechanische uitrustingen
L. Hydromechanische uitrustingen
L1 Leidingen plaatsen
L2 Pomp- en turbinestations uitrusten
M. Elektronische uitrustingen
M1 Elektronische uitrustingen met industriële of hoge frequentie, voedingsstations inbegrepen
N. Transportinstallaties in gebouwen
N1 Liften, goederenliften, roltrappen en roltapijten
N2 Pneumatisch, mechanisch... vervoer langs kokers en buizen van voorwerpen, documenten of goederen
Elektrische installaties (*)
P1 Elektrische installaties in gebouwen, inbegrepen het installeren van stroomaggregaten, alarmtoestellen tegen brand- en diefstal, telecommunicatie in en om gebouwen en voorzieningen voor gemengde telefonie
P2 Elektrische en elektromechanische installaties van kunstwerken en nijverheidsinrichtingen, en elektrische buiteninstallaties
P3 Installaties van bovengrondse elektriciteitsleidingen
P4 Elektrische installaties van haveninrichtingen
S. Uitrustingen voor telecommunicatie
S1 Openbare telefoon- en telegraafuitrustingen en databeheer
S2 Uitrustingen voor afstandsbediening, -controle en -meting
S3 Uitrustingen voor radio- en televisieuitzendingen , radar- en antenne-installaties
S4 Uitrustingen voor informatieverwerking en procesregeling
Speciale installaties (*)
T2 Bliksemafleiders, ontvangstantennes
T3 Koelinstallaties
T4 Uitrustingen voor wasserijen en grote keukens
T6 Slachthuisinrichtingen
U. Installaties voor huisvuilverwerking
V. Installaties voor waterzuivering
(*) erkenning in deze categorie bestaat niet, dus kunt u alleen in een ondercategorie worden erkend.
De categorieën en ondercategorieën van werken delen we op hun beurt in acht klassen in, namelijk:
Klasse 1: tot 135.000 EUR .
Klasse 2: tot 275.000 EUR.
Klasse 3: tot 500.000 EUR.
Klasse 4: tot 900.000 EUR.
Klasse 5: tot 1.810.000 EUR.
Klasse 6: tot 3.225.000 EUR.
Klasse 7: tot 5.330.000 EUR.
Klasse 8: meer dan 5.330.000 EUR.
De overheid bepaalt voor elke onderneming:
in welke categorieën en/of ondercategorieën zij werken mag uitvoeren;
in welke klasse zij thuishoort.
Er is dus een dubbele indeling.
Bijvoorbeeld:
Een aannemer met een erkenning in klasse 2 ondercategorie D5 mag alleen maar timmerwerken uitvoeren waarvan het bedrag niet hoger ligt dan 275.000 EUR.
Wie erkend is voor een bepaalde categorie, is daarom nog niet erkend voor de daarbij horende ondercategorieën.
Wel zijn er enkele wettelijk bepaalde uitzonderingen, waarbij u door uw erkenning in een bepaalde categorie of ondercategorie, automatisch enkele andere erkenningen krijgt, al dan niet in een lagere klasse:
B = B1
C = C1
D = D1
E = E1
F = F2
C = C5 min 3 klassen
D = E, G min 3 klassen E1 = C1
P1 = P2,P3,S1 min 2 klassen
P2 = P1, P3, S1 min 2 klassen
B = A, E en G min 3 klassen
C = G min 3 klassen
E = D, G min 3 klassen